De Oosterscheldkering
De Oosterscheldekering is een afsluitbare stormvloedkering met een totale lengte van bijna acht kilometer. Het is een markante verschijning die de Zeeuwse eilanden Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland (via de N57) met elkaar verbindt. De Oosterscheldekering geniet een internationale reputatie op het gebied van bescherming tegen het water en is onderdeel van de Deltawerken.
Zeeland (en een deel van Zuid-Holland) werd in de watersnoodramp van 1953 zwaar getroffen. Om de veiligheid van het Zeeuwse achterland in de toekomst te kunnen garanderen, werd de Oosterscheldekering gebouwd, als onderdeel van het Deltaplan.
Open kering
In het oorspronkelijke plan zou de Oosterschelde door een dam worden afgesloten. Deze dam zou als neveneffect hebben dat het water achter de dam zoet zou worden, waardoor de zoutwaterdieren en -planten zouden verdwijnen. De oester- en mosselindustrie en de visserij zouden daarmee worden bedreigd in hun bestaan. Protesten voorkwamen echter dat het gebied werd afgedamd. In plaats van een dichte kering, kwam er een open kering die alleen in geval van nood dicht gaat. Het zoute waterleven blijft hierdoor bestaan. De stormvloedkering werd op 4 oktober 1986 door Koningin Beatrix geopend.
Kolossale pijlers en schuiven
De bouw van de stormvloedkering was een groots en innovatief project.Het afsluitbare deel van de kering heeft een lengte van bijna drie kilometer en is verdeeld over drie sluitgaten: Roompot, Hammen en Schaar.Vijfenzestig kolossale pijlers vormen de ruggengraat van de kering. Tussen deze pijlers hangen grote schuiven die omhoog en omlaag kunnen bewegen. De hoogte van de pijlers en schuiven hangt af van de plaats in de stroomgeul.
Enkele feiten op een rijtje:
- De pijlers zijn 30 tot 40 meter hoog, met een gewicht van maximaal 18.000 ton. Ze zijn gemaakt van beton, van binnen hol en na plaatsing gevuld met zand.
- De schuiven zijn circa 42 meter lang met een hoogte tussen 6 en 12 meter. Het gewicht van de schuiven ligt tussen de 260 en 480 ton.
- Voor de beweging van de schuiven wordt gebruik gemaakt van twee hydraulische cilinders per schuif. Het sluiten van de grootste schuif duurt 82 minuten.
De bediening van de stormvloedkering
De Oosterscheldekering wordt bediend vanuit het ir. J.W. Topshuis, het bedieningsgebouw dat hoog boven de Noordzee op het werkeiland Neeltje Jans staat. Gemiddeld één keer per jaar moeten de schuiven omlaag wegens extreem hoge waterstanden. Bijvoorbeeld als tijdens springvloed een noordwesterstorm het zeewater extra opstuwt. In de normale situatie staan de schuiven helemaal open.
Sluiten bij NAP + 3,00 meter
De Oosterscheldekering gaat alleen dicht bij een verwachte zeewaterstand van NAP + 3,00 meter of hoger. Als een waterstand van NAP + 2,75 meter wordt verwacht, wordt het Beslisteam Sluiting Oosterscheldekering bijeengeroepen. Op basis van de weersvoorspellingen, in combinatie met lokale gegevens en het te verwachten getij, beslist dit team of de Oosterscheldekering gesloten wordt. Als bij hoge waterstanden iets mis gaat met de alarmering of bediening, is er het noodsluitsysteem, dat bij NAP + 3,00 meter de schuiven automatisch sluit.
Onderhoud
Rijkswaterstaat voert voortdurend onderhoud uit aan de stormvloedkering. Onder het kopje 'direct naar de projecten' rechts op deze pagina,vindt u een overzicht.
Om de Oosterscheldekering van binnen te bekijken, kun je terecht in Deltapark Neeltje Jans.